The Grampians

8 maart 2016 - The Grampians National Park, Australië

De wekker gaat om half acht. We moeten wat eerder vertrekken omdat we als eerste naar Camperdown gaan rijden.

Het heeft vannacht hard gewaaid en met zo’n ontzettend mooie cottage vlak aan de oceaan krijg je daar wel wat van mee. Al met al goed geslapen weer.

We nemen weer een simpel ontbijt tot ons (want het keukentje is echt miniem) en tijdens het eten begint ineens de zon te schijnen. Zucht.

Rond negen uur nemen we afscheid van Graham. We hadden al ingecalculeerd dat dit wel eens wat langer kon gaan duren. En inderdaad, 20 minuten later zitten we in de auto richting Camperdown waar we Carol en Bob ontmoeten. Zij zijn vanuit Forrest vertrokken en we zien elkaar dus ergens halverwege. Rond half elf rijden we langs de Clocktower en bakery van Camperdown als we ze plots zien zitten! Ze zijn er al een minuut of tien. We ontvangen onze map en reisbescheiden en we trakteren ze op koffie bij de bakery. We geven ze een klein souveniertje (stenen Delfts blauwe klompjes) uit Holland voor de moeite. We kletsen zeker nog een uur met elkaar over van alles en nog wat. Gezellig!

Tegen half twaalf nemen we afscheid van elkaar en gaan we op weg naar The Grampians, een nationaal park in Australië. Het is ongeveer 290 kilometer rijden en met de kilometer wordt het warmer tot uiteindelijk een graad of 35.

Onderweg blijkt hoe uitgestrekt Australië is. Eindeloze lange rechte stukken weg. We rijden ongeveer een uurtje zonder dat we een tegenligger tegengekomen. Enorme grote weilanden waar vee in loopt, maar in velden of wegen geen boerderij te bekennen. Zo nu en dan kom je een huis (boerderij?) tegen. Je zal hier maar wonen…

In Tasmanië hadden we een tip gekregen van een Nederlands stel: ga tanken zodra je kan en niet omdat je tank leeg is. Dit doen we inderdaad en halverwege vullen we onze tank maar weer eens. Overigens betaal je hier maar $1,13 (Australische dollar) per liter. Omgerekend ongeveer 75 eurocent. Kijk, dat is dan wel weer leuk.

Op weg naar The Grampians rijden we 150 kilometer zonder een stadje of tankstation tegen te komen. Inderdaad, tanken wanneer je kan.

We rijden dwars de The Grampians. Wat een verschrikkelijk mooie omgeving. De weggetjes kronkelen en je mag er gewoon 100 km/u. Dat haal je met geen mogelijkheid.

Rond half vier komen we in de cottage aan. Kangoeroes in the Top Paddock ligt aan een oprijlaan op een enorm eigen stuk grond op de top van een heuveltje. We laden onze spullen uit en besluiten om eerst boodschappen te gaan doen in het dichtstbijzijnde dorp. Dat is dus 44 kilometer rijden! Enkele reis. Voor een paar boodschappen.

Terug in de cottage nemen we er ons gemak van. Carolien doet een mini wasje, wat binnen een half uur weer droog is! Het is heerlijk warm en met een wijntje in onze handen voelen we ons Adam en Eva in het paradijs. Want dat is het: dit is werkelijk het paradijs. Als dan ook tegen zes uur de ene na de andere Kangaroo langs komt hoppen dan is het plaatje helemaal af. Wat een fantastische ervaring is dat. Er komen zelfs twee Kangaroos op ons af en gaan drinken in een waterplaats in de tuin op twee meter afstand. We kijken onze ogen uit.

Totdat Frank de BBQ gaat inspecteren voor het eten van de avond. Loopt hij tegen een Huntsman Spider op. Wéér schrikken. Wat zijn die dingen gróót!!! Maar ja, wat doe je? Hij hangt behoorlijk in de weg… Dus voorzichtig in een groot glas gevangen en op een andere plaats losgelaten. Dan wéér een schrikreactie. Nu weet Frank waarom hij Huntsman genoemd wordt. Ze zijn bloedsnel…

Eigenlijk kan de avond niet meer stuk, alhoewel de kip-spiesjes beter hadden gekund en je goed moet kijken of je de zout of de suiker pakt als je yoghurt als dessert wilt eten. Maar dat is maar een detail ;-)

Foto’s